Verhuur van korte duur aan buitenlandse studenten
Huurders van woonruimte hebben huurbescherming, ook bij onzelfstandige woonruimte (kamerverhuur). Op die huurbescherming bestaan echter een aantal uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is de huur naar zijn aard van korte duur als bedoeld in 7:232 lid 2 BW.
In een hoger beroeps procedure van 15 april 2014 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich uitgelaten over de vraag of een huurovereenkomst van 10 maanden tussen een woningcorporatie en een buitenlandse student een overeenkomst is die naar zijn aard van korte duur is. In die zaak beantwoordde het Hof die vraag bevestigend.
Er werd daarbij belang gehecht aan de aard van het gehuurde (het was gemeubileerd, gestoffeerd en met de mogelijkheid om extra faciliteiten af te nemen), de aard van het gebruik (huisvesting voor buitenlandse studenten) en de bedoeling van partijen (het bieden van een eerste opvangmogelijkheid bij aankomst en het belang van doorstroming in verband met de komst van een nieuwe lichting buitenlandse studenten). Deze buitenlandse student kwam derhalve geen huurbescherming toe, toen hij na de duur van de studie in de woning wilde blijven.
Op grond van deze zogeheten 'Short Stay Tenacy overeenkomst' kom de huur dus met succes worden beindigd na het einde van het contract. Klik hier voor de tekst van het arrest.
Postbus 13324
3507 LH Utrecht
Gloriantdreef 4
3562 KX Utrecht
Telefoon: 030-2758999
Telefax: 030-2758990
info@vanderlindenadvocaten.nl
copyright | sitemap | algemene voorwaarden | disclaimer | cookies